Dylan is nieuw op school. Hij heeft nog geen vrienden. Bilal heeft een tweedehandsfiets gekregen. Maar hij heeft een probleem. Dylan kent iemand die kan helpen! Zijn mama werkt in een fietsherstelplaats. De hele klas mag bij haar op bezoek! Ze krijgen een fiets voor op school. Vooral Sofie is er blij mee. Want zij wil al zo lang een fiets. Bij haar thuis is daar geen plaats voor.
Thema: delen, hergebruiken (=tweedehands)
Subthema’s: anders zijn, fietsen
• Er is iemand nieuw in de klas. Kinderen reageren op iemands uiterlijk.
• De school organiseert een themadag rond hergebruik. Er is een tweedehandsbeurs op school of in de omgeving.
• Er is een voorval i.v.m. fietsen aan de school of op de speelplaats.
• Je werkt het thema ‘Fiets’ uit in de klas. Er is een fietsdag op school.
• Je werkt het thema ‘Beroepen’ of ‘Moederdag’ uit: trots zijn op je mama!
Mens en maatschappij
- Mens: Ik en de ander: 1.4 de kleuters kunnen in concrete situaties verschillende manieren van omgaan met elkaar herkennen en erover praten.
- Mens: Ik en de ander: 1.5 de kleuters kunnen bij anderen gevoelens van bang, blij, boos en verdrietig zijn herkennen en kunnen meeleven in dit gevoel.
- Mens: Ik en de ander: 1.6 de kleuters weten dat mensen eenzelfde situatie op een verschillende wijze kunnen ervaren en er verschillend kunnen op reageren.
- Mens: Ik en de ander: 1.7 de kleuters kunnen een gevoeligheid tonen voor de behoeften van anderen.
- Maatschappij: Sociaal-economische verschijnselen: 2.1 de kleuters kunnen beroepen en bezigheden van volwassenen die ze kennen op een eenvoudige wijze beschrijven.
- Maatschappij: Sociaal-economische verschijnselen: 2.2 de kleuters kunnen in een concrete situatie het onderscheid maken tussen geven, krijgen, ruilen, lenen, kopen en verkopen.
- Maatschappij: Sociaal-culturele verschijnselen: 2.3 de kleuters kunnen verschillende gezinsvormen herkennen.
- Maatschappij: Sociaal-culturele verschijnselen: 2.4 de kleuters herkennen vormen van afwijzend of waarderend reageren op het anders-zijn van mensen.
Wetenschappen en techniek
- Techniek: Kerncomponenten van techniek: 2.1 de kleuters kunnen van technische systemen die ze zelf vaak gebruiken, aangeven of ze gemaakt zijn van metaal, steen, hout, glas, papier, textiel of kunststof.
- Techniek: Kerncomponenten van techniek: 2.2 de kleuters kunnen van een eenvoudig technisch systeem uit hun omgeving aantonen dat verschillende onderdelen ervan in relatie staan tot elkaar in functie van een vooropgesteld doel.
- Techniek: Techniek en samenleving: 2.10 de kleuters kunnen aangeven dat een technisch systeem dat ze gebruiken nuttig, gevaarlijk en/of schadelijk kan zijn.
Wiskundige initiatie
- Wiskundige initiatie - meten: 2.1 de kleuters kunnen handelend en verwoordend twee dingen op hun kwalitatieve eigenschap vergelijken.
- Wiskundige initiatie - meten: 2.2 de kleuters kunnen dingen kwalitatief vergelijken en samenbrengen op basis van één of twee gemeenschappelijke kenmerken.
|
Voelen: inleven |
• Zich kunnen inleven in iemand die uitgesloten wordt.
|
|
Denken: onderzoeken |
• Het verschil begrijpen tussen nieuw en tweedehands. |
|
Doen: actievoeren met kinderen |
• Oog hebben voor hergebruik en dit zelf ook toepassen. |
|
|
'4.7 Er tegen 2030 voor zorgen dat alle leerlingen kennis en vaardigheden verwerven die nodig zijn om duurzame ontwikkeling te bevorderen….’ |
|
|
12.8 Tegen 2030 garanderen dat mensen overal zich bewust zijn van duurzame ontwikkeling en levensstijlen die in harmonie zijn met de natuur. |
|
Titel + cover
|
|
|
Prent 1 – Sofie vindt Dylan raar
|
Sleutelvragen die bij deze prent horen:
|
|
Prent 2 – Dylan voelt zich alleen
|
Sleutelvragen die bij deze prent horen:
|
|
Prent 3 – Bilal en zijn fiets
|
Sleutelvragen die bij deze prent horen:
|
|
Prent 4 – Bilal zijn fiets valt stil
|
Sleutelvragen die bij deze prent horen:
|
|
Prent 5 - Kan ik je helpen?
|
|
|
Prent 6 - De mama van Dylan helpt
|
Sleutelvragen die bij deze prent horen:
|
|
Prent 7 – Als kakelende kippen
|
|
|
Prent 8 – Welkom op de fietsherstelplaats
|
Sleutelvragen die bij deze prent horen:
|
|
Prent 9 - Een verrassing voor de klas
|
|
|
Prent 10 - Sofie is reuzeblij
|
|
|
Prent 11 - Een zoen voor Dylan
|
Sleutelvragen die bij deze prent horen:
GOUDEN TIP
|
De personages in het verhaal
- Dylan: prent 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 9, 11.
- Sofie: prent 1, 3, 7, 9, 10, 11.
- Bilal: prent 1, 3, 4, 5, 6, 7, 9.
- Mama van Dylan: prent 6, 8.
- Juf: prent 7.
- Klasgenoten: prent 1, 3, 6, 7, 9.
Gevoelens van de personages
- Prent 2: Dylan voelt zich alleen. Hij haat de stad en de school. Zich boos voelen.
- Prent 3: Bilal houdt van fietsen.
- Prent 6: de kinderen zijn verwonderd. Dylan is trots op zijn mama. Bilal is blij.
- Prent 7: de kinderen zijn rumoerig, zenuwachtig.
- Prent 8: de kinderen zijn verwonderd. Sofie is jaloers.
- Prent 10: Sofie is reuzeblij.
Gedetailleerd waarnemen
- Prent 1: wat kan je zeggen over het uiterlijk van Dylan en van alle kinderen? Waaraan denkt Sofie bij het zien van het uiterlijk van Dylan? Wat doen de kinderen op de speelplaats? Wat zie je aan de speelplaats? Hoeveel vogels kan je tellen?
- Prent 2: wat zie je? Welke dieren zie je? Wat doet Dylan? Wat ligt er op de grond? Welk seizoen zou het zijn?
- Prent 3: wat doen de kinderen? Welke kleur heeft de bel van de fiets van Bilal?
- Prent 4: beschrijf de fiets van Bilal.
- Prent 5: wat bekijken Bilal en Dylan? Welk dier zie je?
- Prent 6: welke gelijkenissen zie je tussen Dylan en zijn mama? Welke letter staat op de trui van Bilal? Welk materiaal heeft de mama? Wat heeft mama achter haar oor? Wat doet de mama? Wat zie je aan de kinderen op de achtergrond?
- Prent 7: wat merk je op over het uiterlijk van de juf en de kinderen? Welke dieren zie je? Waarom zijn er kippen bij?
- Prent 8: wat zie je aan het uiterlijk van mama? wat zie je in een fietsherstelplaats? Hoeveel dieren zie je?
- Prent 9 en 10: beschrijf de fiets die de klas krijgt.
Vergelijkend waarnemen
- Vergelijk de gezichtsuitdrukkingen van Dylan op de prenten.
- Vergelijk de fiets van Bilal (prent 4) en de fiets die de klas krijgt (prent 9).
- Kan je de kinderen van prent 7 terugvinden op prent 1?
Algemeen
Aan de hand zijn / bewijzen / bezem / blitse / boenk! Pats! / de held van de dag / een stelletje kakelende kippen / handig / haten / het huilen staat Bilal nader dan het lachen / ijverig / ik vind Dylan maar niets / immers / kriebels in de buik / middagpauze / muisstil / piekhaar / rand / rumoerig / spannend / verhuizen.
Duurzaam
Afval / kringwinkel / tweedehands / verspillen.
Fiets
Alsof ik de pedalen kwijt geraak / fietsherstelplaats / herstellen / ketting / olievlekken / om beurten fietsen / repareren / sleutel en schroevendraaier / smeren / tandwiel / werkkledij.
Uitwisselen van ervaringen en gevoelens in verband met fietsen
Uitwisselen van ervaringen en gevoelens in verband met uitsluiten en opnemen in de groep
Vertellen met het kamishibai-kastje op de fiets
Participatie van de kinderen bevorderen
Uitwisselen van ervaringen en gevoelens in verband met fietsen
- Heb je een fiets? Welke? Wie heeft zelf een fiets, gekregen, geleend,…?
- Welke fiets zou je graag hebben? Ben je al eens jaloers, blij,… geweest met een fiets?
- Wie poetst of versiert je fiets? Leuk, niet leuk?
- Wie kan fietsen? Wie wil het leren? Heb je soms angst of ben je soms onzeker als je fietst? Kan/wil je dan toch volhouden, blijven fietsen en je angst overwinnen?
- Was je fiets al eens stuk? Wat is er gebeurd om de fiets terug te repareren? Wie deed dat?
- Ben je als eens gevallen met de fiets? Of heb je als eens gebotst? Heb je iemand of iets aangereden? Wat voel je dan?
- Kan je ook blij zijn met een tweedehandse fiets? Moet het altijd nieuw zijn? Hou je ook van reeds gebruikte dingen?
Uitwisselen van ervaringen en gevoelens in verband met uitsluiten en opnemen in de groep
- Iemand raar vinden, uiterlijk, kleren, anders zijn, …
- Aan de rand staan, niet mogen meespelen, iemand uitsluiten.
- Boos zijn, haten, vriend zijn en geen vriend meer zijn, zich alleen voelen.
- Samen spelen, samen delen, ieder om beurt, afspraken maken.
- Trots zijn op je mama, papa,…
- Kussen, zoenen, knuffelen.
- Fijn vinden of niet fijn vinden.
Reconstrueren van het verhaal
Verdeel de rollen en laat de kinderen zich inleven in de personages met hun gevoelens:
- Dylan die zich alleen voelt en zich, wat uitgesloten, aan de rand bevindt.
- De klasgenootjes die spelen en Dylan wat uitsluiten.
- Bilal die blij is met zijn tweedehandse fiets die hij gekregen heeft van de familie.
- Bilal heeft een probleem met zijn fiets en Dylan wil hem helpen.
- Juf belt naar mama van Dylan die probleem van Bilal komt oplossen.
- De klasgenootjes als kakelende kippen die bezoek brengen aan fietsherstelplaats (fietshoek).
- De kinderen ontvangen een tweedehandsfiets die ze bewonderen.
- Sofie mag er mee rijden en geeft Dylan een kus. Klasgenootjes nemen Dylan op in de groep.
Vertellen met het kamishibai-kastje op de fiets
- Er waren oorspronkelijk Japanse vertellers die hun vertelkastje op hun fiets monteerden. Ze reden zo van dorp tot dorp. Ze verkochten ook snoepgoed en wie dit kocht mocht vooraan zitten om te luisteren.
- Dit kan je inbouwen en ombuigen als volgt: monteer je vertelkastje op een tweedehands fiets (zie ABC-huis Brussel). Kom aangereden met je fiets. Deel geen ongezonde snoep uit, maar iets gezonds om samen te delen voor of na de vertelling.
Participatie van de kinderen bevorderen
- Laat de kinderen zelf kiezen welke rol ze willen opnemen bij het hervertellen van het verhaal.
- Inventariseer samen met de kinderen situaties en materialen die ze samen kunnen delen. Laat ze dit uitbeelden en maak foto’s van het gebeuren.
- Laat de kinderen het verhaal, de ervaringen en gevoelens beeldend verwerken: mijn fiets, we delen een fiets,…. de fiets waarvan ik droom,… een afdruk van een fietsband, ,…schilderen, tekenen of knutselen met ijzerdraad, karton, papier, …
Waarnemen en onderzoeken van fietsen
Onderzoeken i.v.m. fietsen en hergebruik
Begrippen en situaties in verband met hergebruik verduidelijken en zelf toepassen.
Participatie door de kinderen bevorderen
Waarnemen en onderzoeken van fietsen
- Ontdek soorten fietsen en hun functie. Doe vergelijkend onderzoek van deze soorten fietsen:
- Loopfiets: leren evenwicht houden bij voortbewegen
- Bakfiets of fiets met extra bagagedrager: extra ruimte om iets of iemand te vervoeren.
- Tandem: per twee of meer samen rijden.
- Elektrische fiets: extra ondersteuning.
- Speed pedelec hoge snelheid(= zeer snel: gevaarlijk of niet?)
- Tweedehands of nieuw: hergebruik.
- 2-wieler, 3-wieler, 4-wieler: hulp bij evenwicht houden.
- Plooifiets: makkelijk meenemen in trein of auto
- Riksja: vervoer van 1 of 2 personen (zie toenemend aantal senioren-riksjas).
- Ontdek eigenschappen en delen van de (kinder)fiets: fietsbel, pedalen, ketting, tandwiel, wielen, spaken, banden, lichten, kader (frame), spaken, remblokjes, remmen, frame, stuur, versnellingen, zadel,…
- Hoe werkt een fiets? Bekijk een kinderfietsje: de wielen kunnen ronddraaien. Om vooruit te gaan moet je lopen of op pedalen duwen met de voeten. Je hebt kinderfietsen:
- zonder pedalen (loopfietsen).
- met pedalen maar zonder ketting.
- met pedalen, ketting en tandwiel.
- Ontdek hulpmiddelen om gemakkelijk en veilig te fietsen: fietshelm, fietspomp, fietszak, fietskar, regenjas, extra licht, geel hesje, reflecterend materiaal, kinderzitje voor achteraan of vooraan op de fiets, windscherm, fietsvlag,…
- Vergelijk fietsen in folders, vergelijk ook prijzen van nieuwe en tweedehandsfietsen.
- Laat fietsen onderhouden, versieren, poetsen, bergen/parkeren.
- Maak kennis met ‘gekke fietsen’ (zie De Lustige Velodroom in Blankenberge) en indien haalbaar met een fiets die van andere fietsen in elkaar geknutseld is (zie verhaal).
Onderzoeken i.v.m. fietsen en hergebruik
Formuleer samen met de kinderen onderzoeksvragen en hypotheses. Zoek samen antwoorden:
- Fietsen, hoe doe je dat? Wie kan (veilig) fietsen? Wie kan demonstreren hoe je goed fietst? Waarop moet je letten? Wie kan een parcours op de speelplaats fietsen?
- Rijdt een tweedehands fiets even goed als een nieuwe fiets?
- Wie komt er met de fiets naar school? Wie rijdt er met je mee?
- Waar staat een verkeersteken i.v.m. fietsen in de omgeving van de school en wat betekent het?
- Hoe kan je een fiets best parkeren?
- Is de school en de omgeving vriendelijk voor fietsen? Wat kan beter?
Begrippen en situaties in verband met hergebruik verduidelijken en zelf toepassen.
- Wat is tweedehands? Een reeds gebruikte fiets opnieuw gebruiken of hergebruiken. Wat kan je nog hergebruiken? (zie ook tweedehands speelgoed, kleren,…). Wat kunnen we in onze klas nog een 2de keer gebruiken i.p.v. weg te doen?
- Wat is het verschil tussen hergebruiken, delen, ruilen en geven, krijgen, lenen, kopen en verkopen? Laat kinderen dit veelzijdig oefenen bv. in het winkeltje van de klas.
- Bezoek een kringwinkel en of een tweedehandswinkel: wie is er al geweest? Wat kan je er vinden? Wat is de bedoeling? Waarom zeggen ze ‘kringwinkel’? Werkt deze winkel zoals een gewone winkel? Wat kopen we voor in de klas?
Participatie door de kinderen bevorderen
- Vertrek van de eigen fietsen en fietservaringen van kinderen thuis en in de klas.
- Laat de kinderen bepalen over welke soorten fietsen ze meer willen vernemen.
- Laat kinderen zelf onderzoeksvragen in verband met fietsen en in verband met hergebruik formuleren.
- Laat ook de ervaringen en gevoelens van kinderen i.v.m. hulpmiddelen om gemakkelijk en veilig te fietsen aan bod komen.
Voor wie nog meer wil
- Maak kennis met Piraminder van het Netwerk Bewust Verbruiken. Hou bij aankopen rekening met deze volgorde: gebruik eerst wat je hebt / deel of ruil / kies voor tweedehands (hergebruik) / maak het zelf / koop alleen wat je echt nodig hebt.
- Zie mogelijke uitwerking voor de oudste kleuters in VIVES-scriptie van Margot Denys en Sophie Catteuw (2018) Duurzaam leven. Hoe kunnen we het concept van de ‘Piraminder’ laten leven op de kleuterschool? https://www.scriptiebank.be/sites/default/files/thesis/2018-09/Bachelor…;
- Stel een fotoboekje samen over fietsen vroeger en elders in andere landen. Leg het in de themahoek of in de boekenhoek.
Fietsacties met ouders en anderen organiseren
Participatie door de kinderen en de ouders bevorderen
Toonmoment organiseren
- Laat de kinderen het verhaal naspelen en laat ze vertelkastje op de fiets tonen.
- Toon wat de kinderen ontdekt hebben over fietsen.
- Laat kinderen uitleggen waarom en hoe ze samen delen, samen spelen, …
- Laat kinderen hun mening geven over de voor- en nadelen van hergebruik.
- Doe een oproep aan ouders, andere klassen om samen een fietsactie, of een activiteit of project te ondernemen ofwel in verband met fietsen (zie fietsacties) ofwel in verband met hergebruik.
Fietsacties met ouders en anderen organiseren
- Zorg voor poets-, pimp- en hersteldagen voor fietsen.
- Leer kinderen veilig en vlot leren fietsen. Organiseer een fietsparcours, fietsverkeerspark, de ronde van … .
- Stel kinderfietsen op school ter beschikking. Werk dit uit als een project, samen met geïnteresseerde ouders: voorbereiden, uitvoeren en opvolgen.
- Organiseer op school een tweedehandsmarkt met fietsen en fietsspullen.
- Laat een fietsenstalling op school of in de omgeving van de school aanleggen/verbeteren met de medewerking van ouders of de gemeente.
- Werk met de school mee aan een initiatief voor het delen van kinderfietsen in de gemeente. Zie bijvoorbeeld www.opwielekes.be .
- Stimuleer dat kinderen met de fiets naar school kunnen komen. https://www.mobiel21.be/campagnes-en-projecten/sos-mijn-kind-op-de-fiet… Zie ook ‘Meester op de fiets - Fietsvaardigheidstraining in uw school’.
- Ontwerp een brief om de fietssituatie aan de school te verbeteren. Laat kinderen en andere personen de oproep ondersteunen door een handtekening te zetten. Versterk deze oproep met een fietsbellenconcert.
- Werk samen met de oudervereniging, de gemeente, fietsinitiatieven in de buurt, ….
- Publiceer positieve getuigenissen van ouders en kinderen voor bv. de schoolkrant, website, facebook, … om anderen te stimuleren mee te doen.
Participatie door de kinderen en de ouders bevorderen
- Laat de kinderen bepalen wat ze op het toonmoment willen brengen.
- Kies samen met de kinderen om de klemtoon te leggen op hergebruik (tweedehands) of op fietsen.
- Bepaal samen met de kinderen welke acties de voorkeur krijgen.
Voor wie meer wil
- Werk mee aan het duurzaam schoolbeleid. Kader de fietsacties en ook de acties i.v.m. delen en hergebruiken in het beleid en de kalender van je school.
- Laat je inspireren door andere deelinitiatieven voor op school. Zie http://www.ikdeel.be/
- Zet acties op i.v.m. delen, ruilen en weggeven in samenwerking met de lagere school, ouders en buurt: speelgoed poetsen en herstellen, speelgoed en prentenboeken uitlenen of uitdelen,…