Doelgroep: vanaf de eerste kleuterklas
Het verhaal: Boom is op zoek naar het allerbeste plaatsje voor zijn allerlaatste zaadje. Merel en zijn vogelvrienden helpen hem daarbij.
Juf Lieze:
Ik vind het een warm verhaal met veel toffe dingen. Bij voorbeeld dat de vogels de boom willen helpen, dat grote boom de allerbeste plaats voor zijn zaadje wil,… het is allemaal heel lief. Het is ook een heel ‘open’ verhaal. Daarmee bedoel ik dat er veel ruimte is om zelf na te denken, te brainstormen, het verhaal te voorspellen,… Als je op de juiste momenten even een pauze neemt, kunnen de kinderen zelf aan de slag. Bv. de vogels vliegen weg en gaan een plaats zoeken,… niets houdt de kleuters tegen om hetzelfde te gaan doen.
Het verhaal is volgens mij voor alle kleuterleeftijden geschikt. Bij de grotere kinderen zou ik de tekst durven weglaten en hen zelf het verhaal laten construeren. Het verhaal is een goede start, maar wel eenvoudig. We kunnen dan sneller tot acties overgaan. Bij de jongere kleuters is er wel meer voorbereiding nodig. Maar dit geldt voor bijna alle verhalen die voor zo’n breed publiek bedoeld zijn. Voorbereiding in de zin van: nadenken over moeilijke woordenschat en hoe je deze uitlegt (termen als ‘tjielpen’ of ‘als bij toverslag verstomt het kabaal’).
Ik vind de prenten leuk, heel kleurrijk en uitnodigend. Ze zijn eenvoudig, maar toch duidelijk. Heel slim vind ik het om tekstballonnetjes te gebruiken om voor te stellen wat de vogels vertellen. Dit is iets wat ook vaak in de kleuterklas wordt gebruikt bv. bij de picto’s van sclera vind je dit terug. En dat is zeer herkenbaar voor de jongsten. De vogels zijn heel duidelijk en herkenbaar afgebeeld. Enkel de duif vind ik wat raar omdat wij enkel grijze duiven zien i.p.v. witte duiven. Maar dat is weer iets om over na te denken met de kinderen. En de schattige details. Bij voorbeeld het koptelefoontje van Merel om aan te tonen dat de andere vogels te luid zijn. Heel fijn. Dit gebruiken wij ook in de school. En het vleugeltje van Merel, net of ze wil zeggen: ‘Hé, luister eens naar mij!’. Of dat de takken van de boom ineens als oude vodden hangen!
De sleutelvragen vond ik gepast. Het is een duidelijk verhaal met de boom centraal en niet teveel gedoe er rond. De vragen zijn niet vergezocht. Ze lagen een beetje in de lijn van de vragen die ik zou stellen bij dit verhaal. Ik zou niet bij elke vraag even lang stilstaan. Maar dat hangt af van de interesse en leeftijd. De vraag ‘filosoferen over de betekenis van een boom voor kinderen’ blijft me bij. Dat vond ik een originele vraag waar ik niet zelf opgekomen was. Ik ben benieuwd naar de reacties van de kleuters.
De voorgestelde (les)activiteiten en tips zijn zinvol en sluiten aan bij het verhaal. Ik zie ze ook haalbaar bij alle leeftijden en er zijn veel mogelijkheden om samen te werken tussen verschillende leeftijdsgroepen. Het lijkt me meer een verhaal dat je in de lente vertelt omwille van het planten en het groen op de speelplaats,… maar het is misschien ook wel tof om het verschil lente-winter aan de hand van dit verhaal te ontdekken?
Enkele bewegingsprikkels zouden kunnen toegevoegd worden. Voor jongsten is dit een welkom tussendoortje tijdens een verhaal. Bij voorbeeld gaan staan als een boom met takken en blaadjes als slappe vodden, fiere takken, kleine boom die groeit, stilletjes beweegt. Of: vliegen als een vogel, een (knuffel)vogel zoeken.
Volgens mij moet je als juf niet echt op voorhand veel over bomen en vogels weten. Bij dit verhaal lijkt het me net leuk om samen op zoek te gaan naar de namen van de vogels en aan de slag te gaan met herkenningskaarten van bomen en vogels. Of je laten leiden door de reacties van de kleuters. Onderzoeksmateriaal lijkt me, weer zoals bij elk verhaal, een must. Dus duidelijke prenten van vogels, verschillende boeken of kaarten,…
Wat ik nog doe om kleuters tot actie, duurzaam gedrag en “goede gewoontevorming” te brengen? Eigen verantwoordelijkheid en enthousiasme spelen hierbij een grote rol. Aandacht voor deze zaken bv. wanneer er een boom beschadigd is, toon ik hoe jammer dit is en waarom. Of ik toon zelf hoe blij ik ben met de komst van een nieuwe boom of aanplanting op school. Ook het onderwerp levend houden. Je kan de boom betrekken bij andere activiteiten. Ervoor zorgen dat het een gewoonte wordt om aandacht te hebben voor de natuur i.p.v. dat het een eenmalige activiteit is.
Het belangrijkste is dat je als juf inspeelt op de kinderen. Er is veel verwerkingsactiviteiten, maar kies wat past bij je kleuters en hun interesse. Als ze helemaal in de ban zijn van de vogels is het misschien beter om acties te doen rond het verbeteren van de omgeving voor de vogels i.p.v. dat je de boom centraal kiest. Als de verbondenheid met de natuur maar versterkt wordt.
Juf Erna:
Onze school ligt in een heel groen domein met veel gras, een vijver en bomen. Wij hebben dus geen extra boom nodig maar wat wil het toeval nu...
Er is een hele grote boom omgevallen, zomaar, omdat hij ziek was. Mijn klaslokaal ligt vlak bij die boom, dus de kinderen hebben het van op de eerste rij meegemaakt. Er zijn heel grote vensters tot op de grond. Het was echt spectaculair om te zien. En ook gevaarlijk. Maar we zaten gelukkig allemaal in de klas. De kinderen stelden veel vragen over hoe zoiets kan, hoe een boom zomaar kan omvallen. Ze vonden het ook erg dat er een nestkastje op de grond lag en ze hadden medelijden met de dieren die vaak in die boom zitten.
Dit gegeven was voor mij de aanleiding om het verhaal te vertellen. Het verhaal is heel toegankelijk voor kinderen. En je kan het bij veel thema’s gebruiken. Het zijn toffe grote tekeningen! Al de suggesties die bij het verhaal stonden heb ik niet gevolgd, dat vond ik persoonlijk wat te veel. Ik heb me vooral toegelegd op bomen en dieren. Bij de vraag waar de beste plaats was voor het zaadje vonden ze natuurlijk dat het op de plaats moest komen van de omgevallen boom. Maar als ze dan zagen dat de andere kinderen geen groen hadden, gaven ze het zaadje toch graag af aan de 'grijze betonschool'.
Als verwerking hebben we een groepscollage gemaakt en zijn we op onderzoek gegaan: 'Zijn er kleine boompjes? Waar kunnen we het nestkastje nog hangen? Waar zitten nog vogels? Welke? Zijn er nog gevaarlijke plekken om te spelen?'